EXPRESSIONISME

Het expressionisme (van Latijn: expressio, uitdrukking) is een stroming in de Europese kunst en de literatuur van de 20e eeuw, die zich vooral manifesteerde in de jaren 1905 tot 1940. In het expressionisme tracht de kunstenaar zijn gevoelens, zijn ervaringen, voor de waarnemer uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid.

 

Belangrijk is daarbij vooral dat de gevoelswaarde, het onderbewuste, dat de kunstenaar ervaart naar aanleiding van het onderwerp, de boventoon voert. Dit in tegenstelling tot het impressionisme waarbij vooral het uiten van de werkelijkheid, zoals men die ervaart, voorop staat. Zo vervaagt in het expressionisme de band met de werkelijkheid vaak, soms valt die zelfs helemaal weg. Hierdoor krijgen onvoorstelbaar nieuwe vormen hun kans. Het expressionisme kent maar één wet: dat er geen wetten zijn, en dat die dan ook niet mogen opgelegd worden.

Veel gevoel, weinig regels

barlach

 

Net als in de romantiek draaide het voor de expressionisten aan het begin van de twintigste eeuw allemaal om gevoel. Alleen uitten ze dat op een onconventionele manier.

Beeldhouwkunst 1900-1945
In de eeuwen voor de 20e eeuw keken de beeldhouwers naar de architecten en de schilders. Vervolgens maakten zij hun beeldhouwwerken in die stijl. Beeldhouwers stonden net als schilders in dienst van opdrachtgevers, bijvoorbeeld voor monumenten, portretten, beelden voor graven en versieringen voor gebouwen.
Na de eeuwwisseling (1900) werden ook de beeldhouwers zelfstandiger. Ze wilden zelf beslissen wat ze maakten en wat ze mooi vonden.

minne

Menselijk verhaal

Toch waren er ook beeldhouwers, die tamelijk realistische beelden maakten. Je kunt dus heel duidelijk zien wat het beeld voorstelt. Meestal vertellen deze beelden iets over de gevoelens van de beeldhouwer. Menselijke gevoelens, bijvoorbeeld verdriet, weten deze beeldhouwers prachtig weer te geven. Deze kunstenaars heten expressionisten. Expressie betekent uitdrukking van gevoelens. Bekende expressionistische beeldhouwers waren onder andere Ernst Barlach, Wilhelm Lehmbruck en Käthe Kolwitz.

lehmbruck

brancusi

 

Constantin Brancusi en de kunst van het vereenvoudigen: STILEREN

 

gestileerd:
afgebeeld in hoofdlijnen, in een vereenvoudigde, maar karakteristieke vorm

 

"In de kunst is eenvoud geen doel, maar men komt door het benaderen van de ware betekenis van de dingen, ondanks zichzelf, tot eenvoud." Dit typeert duidelijk de stijl die hij heel zijn leven zal blijven aanhouden. Hij probeert alle overtollige elementen te elimineren.

Brâncuși had niet alleen aandacht voor de natuur, maar ook voor de karakteristieke vormen van de Roemeense boerencultuur (de in geometrische vormen uitgevoerde zuilen en deurposten, de schroeven en balken van landelijke wijnpersen, handmolens en gegroefde molenstenen). Deze voorwerpen, die hij soms onveranderd gebruikte, zoals in sommige sokkels, zijn niet zijn enige inspiratiebron. De invloed van de Afrikaanse sculptuur en de gepolijste, regelmatige vormen van de machine hebben hem ook bekoord.

In wezen is Brâncuși een platonisch kunstenaar. Hij verfijnt dezelfde vormen, in een streven de volmaaktheid te bereiken. Zijn beheptheid met de essentie geeft weer dat hij zich niet tevreden stelt met de efemere, oppervlakkige verschijnselen die hem omringen.

Een tweede kenmerk van Brâncuși's kunst is het gevoel dat hij bezit voor zijn materialen, geërfd van de cultuur van zijn afkomst. In tegenstelling tot de op dat moment gangbare gewoonte om werklieden in dienst te nemen voor het snijden van het materiaal, werkt Brâncuși vanaf 1910 zelf met het materiaal.

Ook typisch is dat hij verschillende kunstwerken maakt waar hij ten slotte niet tevreden over is. Voor de sculptuur La muse endormie poseerde de barones Renée Frachon bijvoorbeeld 3 jaar lang.

Hij gebruikte ook fotografie om te streven naar absolute perfectie. Hiermee kon hij zijn beelden op speciale manieren weergeven.