Abstracte beeldhouwkunst
In de twintigste eeuw waren er beeldhouwers die beelden maakten die meteen herkenbaar waren. Sommige beeldhouwers werkten juist op een andere manier. Zij vereenvoudigden de natuurlijke vormen zo sterk, dat je de oorspronkelijke vormen bijna niet zou kunnen plaatsen. Je ziet dat heel mooi in de serie vrouwenreliëfs van de schilder en beeldhouwer Henri Matisse. In het eerste reliëf is nog duidelijk de rugzijde van een vrouw te zien. Maar in het tweede, derde en vooral het vierde reliëf, zie je dat de kunstenaar de vormen steeds meer heeft vereenvoudigd. Dat noem je stileren.
De Roemeense beeldhouwer Brancusi is geïnspireerd geraakt door de Franse beeldhouwer August Rodin. Rodin maakte 20 jaar eerder ‘De Kus’ als beeldhouwwerk met mooie gespierde mensen. Dit was een figuratief werk. ‘De Kus’ van Brancusi is daarentegen een prachtig voorbeeld van stileren ofwel vereenvoudigen. Toch is de man-figuur duidelijk te onderscheiden van de vrouw-figuur. In de verliefdheid zijn alleen de armen, de ogen en uiteraard de mond belangrijk en daarom weergegeven. Kijk eens hoe innig en één deze 2 geliefden met elkaar zijn. Hun ogen, monden, armen, benen ofwel hun lichamen smelten samen. Pure liefde en pure symmetrie!
Het is duidelijk dat Brancusi de essentie wil laten zien van wat hij wil verbeelden. Waar gaat het om? Wat is het belangrijkste? Hij gaat niet zo ver dat je niet meer kunt herkennen wat je ziet. Dat is ook een van de redenen dat hij zelf niet vond dat hij abstract werk maakte.
ABSTRACTE BEELDHOUWKUNST
Abstraheren
KUNST: van een herkenbaar figuratief beeld een minder herkenbaar of zelfs een non-figuratief beeld maken. Het is ook mogelijk om bij het abstraheren van beeldende aspecten zoals vorm, kleur, ruimte en licht uit te gaan
Abstracte Kunst
|
|
|
|
Abstracte kunst is een richting binnen de Moderne kunst waarin niet altijd wordt geprobeerd om objecten uit de natuurlijke wereld weer te geven en er hoeven geen zaken uit de reële wereld te zijn afgebeeld. Er kunnen onderliggende principes zichtbaar gemaakt met vormen en kleuren, ritmes en contrasten. Abstracte kunst ontstond in het begin van de 20e eeuw. Het komt voor in de beeldhouwkunst en de schilderkunst van de 20e eeuw en vindt nog steeds aanhangers in de hedendaagse kunst.
In de Beeldhouwkunst waren het vooral Constantin Brancusi, Jean Arp, Naum Gabo en Antoine Pevsner die waardevolle abstracte werken leverden
Antoine (Natan Borisovitsj) was de oudere broer van Alexei en Naum Pevsner (die beter bekend is als Naum Gabo). Hij bezocht achtereenvolgens de kunstacademies van Kiev en Sint-Petersburg. In 1911, bij een eerste bezoek aan Parijs, leerde hij het werk kennen van Robert Delaunay, Albert Gleizes en Fernand Léger. In 1913, bij een tweede bezoek aan Parijs, maakte hij kennis met Alexander Archipenko en Amedeo Modigliani en hun kubistische werk. Ook bezocht hij een expositie met architectonische constructies van de futurist Umberto Boccioni. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef hij bij zijn broer Naum, die eerder met broer Alexei naar Oslo was uitgeweken. In 1917 ging Pevsner terug naar Rusland, waar hij, evenals Wassily Kandinsky en Kazimir Malevitsj, een aanstelling als docent kreeg aan de Kunstacademie van Moskou.
Zowel Antoine als Naum worden beschouwd als de belangrijkste exponenten van de constructivistische beweging in de beeldhouwkunst der twintigste eeuw. Het was een huwelijk tussen kunst en mathematica. Bovendien waren beiden pioniers van de kinetische kunst. Zij ontdekten het gebruik van metaal in de beeldhouwkunst door toepassing van diverse lastechnieken en assemblage van metaaldelen tot sculptures. Antoine Pevsner was een van de eerste beeldhouwers die ook een brander gebruikte bij het lassen van koperen staven tot sculpturale vormen. Samen met Naum Gabo gaf hij in 1920 het Realistisch Manifest uit, waarin werd gesteld dat kunst tijd en ruimte moest uitbeelden.
Anton Pevsner:
'Kunst moet inspiratie zijn die bestuurd wordt door de wiskunde. Ik heb vrede, symfonie en orchestratie nodig'. |
jean arp
pevsner
Jean Arp
In 1916 richtte hij in Zürich samen met Hugo Ball, Tristan Tzara, Richard Hülsenbeck en Marcel Janco de dada-beweging op, waarbij ook Sophie Taeuber betrokken was. In 1919 richtte hij, toen weer als Hans Arp, samen met Max Ernst en de sociale activist Alfred Grunwald de Keulse vestiging van Dada op. Hij werkte daarbij ook nauw samen met Kurt Schwitters. Met Schwitters, Tristan Tzara, Raoul Hausmann en Theo en Nelly van Doesburg (zich destijds nog Pétro van Doesburg noemend) nam hij eind 1922 deel aan een dada-tournee langs de steden Jena, Dresden en Hannover. In 1925 nam Arp deel aan de eerste tentoonstelling van de surrealisten in Galerie Pierre te Parijs.
surrealisme
arp
De Stijl
Maak jouw eigen website met JouwWeb