RENAISSANCE

Tijdens de Renaissance periode werd de mens beschouwd als het middelpunt van het heelal en als maatstaf voor alle dingen, maar dan wel volgens de christelijke leer.

Renaissance betekend wedergeboorte.

Na een periode van verval (de middeleeuwen) ging men er van uit dat er een nieuwe periode was aangebroken, die niets minder was dan een 'wedergeboorte' van de verworvenheden van de klassieke oudheid.

mona lisa/prado.

In vergelijking met de middeleeuwen ontstond er een toenemende vraag en belangstelling naar  wetenschappelijk onderzoek. De kunst werd preciezer en verfijnder, afgestemd op het klassieke voorbeeld. Men beeldde het herontdekte menselijk lichaam af met meer harmonische proportie en ruimteverdeling.

Humanisme 
Het Humanisme heeft een andere betekenis dan tegenwoordig.

Humanisten waren geleerden die oude Griekse en Romeinse teksten bestudeerden.

Renaissance betekent ‘wedergeboorte’; de wedergeboorte van de Klassieke Oudheid in woord en beeld.
De uitvinding van de boekdrukkunst rond 1450 speelde een belangrijke rol in de verspreiding van de teksten en nieuwe ideeën. Daarvoor werd ieder boek met de hand geschreven en gekopieerd.
In een adem met humanisme wordt vaak individualisme genoemd.

Niet God, maar de mens wordt de maat van de dingen.

God blijft even belangrijk in het leven van de mensen als in de middeleeuwen.

Het grote verschil is dat de mensen anders tegen hun geloof en hun eigen plek daarin aankijken. Het individuele, aardse van de mens krijgt meer de nadruk. De mensen en kunstenaars zien het als hun plicht om zich te ontwikkelen tot waardevolle individuen.

Het ideaal lag bij een mengeling van de humanistische en christelijke ideeën en idealen.

 

De kunstenaar is geen anonieme ambachtsman meer, zoals in de middeleeuwen.

Langzaam krijgt hij meer status. Niet alleen de kerk is opdrachtgever, maar ook particulieren. Een goed voorbeeld vormt de rijke bankiersfamilie Medici (uit Florence) die veel geld en tijd investeert in de kunsten en kunstenaars. Voor kunstenaars worden wedstrijden uitgeschreven, wanneer er bijvoorbeeld nieuwe deuren of een nieuw altaar voor de kerk nodig is.

Competitie is belangrijk.

Niet alleen voor kunstenaars onderling, men wilde beter zijn dan hun Griekse en Romeinse voorouders.

botticelliprimavera.jpg    botticelli.jpgbotticelli

  • Vroegrenaissance is een kunsthistorische term die vooral wordt gebruikt met betrekking tot de (schilder)kunst uit het begin van de Italiaanse renaissance.
  • Hoogrenaissance korte periode van ongeveer 1495 tot 1520 toen de renaissance op haar hoogtepunt was
  • Maniërisme of de late renaissance is de stijl die volgde op de hoogrenaissance. De maniëristen geven de voorkeur aan "bewegende" figuren, en dan met name aan de figuur "s" (vanaf circa 1525 tot ongeveer 1580)