Schilderkunst van de 20e eeuw

 

De schilderkunst van de 20'eeuw bestaat uit heel veel ontwikkelingen in Stijlen en Stromingen.

Deze eeuw kan worden gezien als een periode van de moderne kunst waar afscheid genomen wordt van de traditionele (academische), realistische kunst en waarin de schilderkunst zich langzamerhand steeds meer richting abstractie ontwikkelt.

De 20e eeuw heeft twee wereldoorlogen gekend, en ook dat heeft veel invloed gehad op de schilderkunst

picasso.jpg

Kunst voor de Eerste Wereldoorlog

Eind 19' eeuw/begin twintigste eeuw kreeg de Art Nouveau vorm het Impressionisme en daarna het Expressionisme

Art Nouveau: de levendige, decoratieve schilderkunst van bloemen, vrouwen (en organische vormen)

Het Impressionisme: de schilderkunst van vrolijke levendige momentopnames.

Het Expressionisme met naast een optimistische visie op de wereld ( Fauvisme, der Blaue Reiter) ook het sombere wereldbeeld (die Brücke). 

Vanaf het begin van de 20e eeuw kwam er een explosie van stijlen en stromingen op gang. Stromingen aan het begin van deze eeuw waren het Russische suprematisme en constructivisme.

In Frankrijk had men het Orphisme, in Italië het Futurisme en de Pittura Metafisica.

Het meest invloedrijk waren het Expressionisme en het Kubisme.

 

Moderne kunst 

Zo wordt de Kunst genoemd die vanaf het begin van de 20e eeuw tot ongeveer de jaren 60 werd gemaakt.

Belangrijke stromingen binnen de moderne kunst waren kubisme, Futurisme, Dadaïsme en Surrealisme.

Een algemeen kenmerk van de moderne kunst is de drang om te experimenteren en het scheppen van een grotere afstand tussen het kunstwerk en de werkelijkheid, bijvoorbeeld door een verregaande abstractie of de nadruk op het kunstwerk als idee (conceptuele kunst).

De kunst die sinds de jaren 60 gemaakt wordt, wordt meestal aangeduid met Hedendaagse Kunst.

In de huidige tijd wordt Kunst van jonge, veelbelovende of nog niet gevestigde kunstenaars  Actuele kunst genoemd.

Abstracte Kunst is een richting binnen de moderne kunst waarin niet wordt geprobeerd om onderdelen/zaken uit de werkelijkheid exact weer te geven.

Vormen en kleuren verwijzen niet naar iets anders door het natuurgetrouw af te beelden maar drukken iets uit door hun intensiteit en contrast.

Voor de twintigste eeuw hadden kunstenaars weinig vrijheid in wat zij maakten en hoe zij dat maakten. Als ze niet aan de heersende norm voldeden, kregen ze gewoon geen opdrachten.

Na 1900 veranderde dat---- Kunstenaars gingen hun eigen weg.


matisse

Zelfstandige kunstenaar

De manier waarop de dingen uitgebeeld werden veranderde.

Het begon al in de negentiende eeuw, toen de impressionisten zich voornamelijk met kleur bezighielden en Jugendstil kunstenaars vormen uit de natuur gingen ‘vervormen’.

In het algemeen kun je zeggen dat bij de kunstenaars een enorme behoefte ontstond om zelfstandig op onderzoek uit te gaan naar vorm, kleur en ruimte.

Als gevolg daarvan ontstonden er diverse verschillende manieren van bouwen, beeldhouwen en schilderen of met één woord gezegd: vormgeven.


Kunstenaars trokken zich er niets van aan of de mensen hun werk nou mooi vonden of niet.

Ze gingen veel meer op onderzoek uit en probeerden bijvoorbeeld allerlei technieken en materialen te combineren. Maar ook veranderde de manier waarop de dingen uitgebeeld werden.


De kunstgeschiedenis van de twintigste eeuw is te verdelen in 2 periodes: van circa 1900 tot 1945 en van 1945 tot nu.

De Tweede Wereldoorlog betekende een omslag in de kunst: kunstenaars gingen steeds meer experimenteren stijlen en materialen.

In de Kunst van het begin van de 20e eeuw werd er gebroken met de vormentaal van het Academisme.

De Kunstenaar ging met "het experiment" het onderzoek aan naar de invloeden van "licht, tijd" en op zoek naar "de emotie". Er ontstonden in die periode diverse Stijlen en Stromingen.

In de kunst van 1945 tot nu kun je zien dat het experimenteren doorgaat in uitzonderlijke gebouwen die ontworpen zijn door verschillende bijzondere architecten.

In de 2e helft van de twintigste eeuw kon een kunstenaar verf op doeken gooien of een kant en klaar product uit de winkel tot kunst verheffen.  Ook de computer werd onderdeel van de hedendaagse kunst. Kortom, veel veranderingen die inhoudelijk de betekenis van kunst veranderden.

 

.dolron

Abstracte kunst ------------- vanaf 1916

Kunst die de overeenkomst tussen het kunstwerk en de zichtbare werkelijkheid vermijdt”.     Zo omschrijft Van Dale abstracte kunst.

Abstract is dus een woord voor Kunst die geen overeenkomsten vertoont met de werkelijkheid.

Dat is het doel van abstracte kunst ook niet.

Abstracte kunst wil prikkelen en vervormen, tot alleen de essentie overblijft.

Figuratief en non-figuratief zijn woorden die vaak gebruikt worden als men spreekt over herkenbare of niet-herkenbare voorstellingen op schilderijen of van beeldhouwwerken.

Het tegenovergestelde van figuratief is non-figuratief of abstract, dat wil zeggen dat je in de voorstelling geen landschappen, mensen of dingen herkent.
Er waren in het begin van de twintigste eeuw schilders die vonden dat ook vormen en kleuren konden worden geschilderd zonder dat het iets voor hoefde te stellen.

Kandinsky

Vassily_Kandinsky_1936_-_Composition_IX.jpg

De Russische kunstenaar Wassily Kandinsky was één van de eersten die abstract begon te schilderen. Hier zie je één van de eerste abstracte schilderijen. Het ziet er uit als een vrolijk spel van kleuren en vormen. Geen enkele kleur en vorm is hetzelfde. Het schilderij drukt iets uit zonder dat er herkenbare vormen worden gebruikt. Met abstracte schilderijen kan een bepaalde sfeer of stemming worden overgebracht.

Veel abstracte schilderijen werden door hun kunstenaars nu ‘compositie’ genoemd. Het woord compositie betekent in de schilderkunst: vlakverdeling. Er waren in de abstracte schilderkunst ook verschillende manieren van schilderen. Bij Kandinsky zie je een losse en vlotte manier van schilderen met verschillende vormen en kleurtonen. Bovendien kun je heel duidelijk zien dat hij penselen of kwasten gebruikt heeft.

 

Lijnen en geometrische vormen
Russische stijlen als Suprematisme en Contructivisme waren onlosmakelijk verbonden  met abstract werken.

Kandinsky werkte later vooral met lijnen, simpele geometrische vormen die in de ruimte van het doek zweven. De cirkel was volgens hem de meest essentiële vorm omdat deze oneindig is.

Suprematisme en Constructivisme

Malevich was de grote kracht achter het constructivisme en het suprematisme. Daarom was hij belangrijk voor de Russisch avant garde: vooruitstrevende kunstenaars.

De schilderijen van Kasimir Malevich lijken eenvoudig. Hij beperkte zich tot geometrische figuren en enkele kleuren, die meestal helder rood, blauw, geel en groen zijn. Zijn non-figuratieve vormen zette hij vaak schuin in het grote vlak.

Een andere belangrijke kunstenaar achter het constructivisme is avant-gardist Vladimir Tatlin.

Zijn creaties worden voor het eerst constructies genoemd. Techniek is hier van belang.
De term suprematisme heeft hij zelf bedacht om zijn eigen abstracte werk te betitelen. Gevoel voert hier de boventoon en techniek is hieraan ondergeschikt.

Meer abstracte kunst

paulkleeoudemuziek.jpg

Paul Klee heeft in dit schilderij heel zorgvuldig een aantal gekleurde vierkantjes in horizontale en verticale baantjes bij elkaar gezet. Hij heeft het schilderij ‘oude klanken’ genoemd. Het lijkt alsof hij muziektonen in kleurtonen heeft omgezet. Klee heeft ook een muzikale achtergrond dus dat was de reden dat hij beeldende kunst en muziek makkelijk kon combineren.
Dit is een van de ‘donkere’ schilderijen van Klee terwijl hij meestal zeer kleurrijk te werk ging.
robert-delaunay-ritme-levensvreugde.jpg
Het schilderij ‘levensvreugde’ van Robert Delaunay is een opvallend voorbeeld van abstracte kunst. Opvallend zijn het helder kleurgebruik en de geometrische vormen, die haast lijken te bewegen. Delauney maakte abstract werk dat in 1912 de naam ‘Orfisme’ kreeg van de Franse dichter Guilliaume Appolinaire omdat hij zijn werk zo bijzonder en nieuw vond dat hij het niet anders kon omschrijven. Orfisme komt van Orpheus, een mythologisch wezen dat staat voor pure betovering en poëzie. Kleuren en vormen waren voor Delauney elementen op zich. Hij ging pas vanaf 1930 echt abstract werken. Daarvoor waren zijn schilderijen nog vrij herkenbaar zoals de serie van de Eiffeltoren. Ook heeft hij zelfs op een impressionistische manier geschilderd.

2792898278.jpg

Moderne kunst - Kunst tussen 1890 en 1940

Ga naar www.kunstkennis.nl

Daar kun je deze stroming aanklikken en meer te weten komen!

Art Nouveau

(1890-1910)

Fauvisme

(1904-1908)

Die Brücke

(1905-1913

Kubisme

(vanaf 1907)

Futurisme

(1909-1914)

Pitura Metafysica

(1911-1920)

Der Blaue Reiter

(1911-1914)

Orfisme

(vanaf 1912)

Amsterdamse school

(1912-1930)

Suprematisme

(1913-1928)

Constructivisme

(1914-1928)

Dadaïsme

(1916-1924)

De Stijl

(1917-1931)

Het Bauhaus

(1919-1933)

Nieuwe zakelijkheid

(1920-1935)

Surrealisme

(vanaf 1924)

Een dynamische vitaliteit beheerste de beeldende kunst en architectuur van de eerste vier decennia van de twintigste eeuw. Een drang tot vernieuwing vormde de basis voor diverse stromingen die in deze tijd ontstonden.

Rond 1912 ontstonden de eerste abstracte schilderijen. De figuratieve kunst bleef echter in de meerderheid.
Enkele bekende kunstenaars uit die tijd zijn: Matisse, Kirchner, Kokoschka, Max Beckmann, Kandinsky, Picasso, Georges Braque, George Grosz, Fernand Léger, Malevitsj, Mondriaan, Marc Chagall, Paul Klee, Marchel Duchamp, Max Ernst, Hans Arp, Henry Moore, Brancusi, Giacometti, Giorgio De Chirico, René Magritte, Dalí en Miró.
Verschillende stromingen ontstonden  zoals het fauvisme, expressionisme, Die Brücke, Der Blaue Reiter, kubisme, orfisme, suprematisme, constructivisme, De stijl , surrealisme en het dadaïsme.


In de architectuur werden eveneens nieuwe wegen bewandeld.

Zij bevrijdde zich van een grote hoeveelheid conventies uit de voorafgaande eeuwen. Net als in de beeldende kunsten was het proces van rigoureuze vernieuwing aan het einde van de negentiende eeuw in gang gezet.

De art nouveau droeg al bij aan de bevrijding van historische stijlen.

In verschillende Europese landen ontwikkelde zich een eigen versie van de Art Nouveau. De Duitse variant wordt Jugendstil genoemd en de spaanse variant wordt modernismo genoemd. Een bekend voorbeeld van deze laatste variant is Gaudi. Zowel de architectuur van Berlage als de art déco waren verwant aan de Art Nouveau. Architecten als Frank Lloyd Wright, Walter Gropius, Mies van der Rohe, Gerrit Rietveld en Le Corbusier zijn nieuwe wegen ingegaan. Hun invloed blijft voortduren tot de dag van vandaag.